D [Verse 1] D D G A D Midden in de winternacht, ging de hemel open. D D G A D Die ons heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen Dsus4 D G D Dsus4 D G D Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet D G D D G D Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan D G D Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen, D G A D Christus is geboren! [Verse 2] D D G A D Vrede was er overal, wilde dieren kwamen D D G A D Bij de schapen in de stal, en zij speelden samen. Dsus4 D G D Dsus4 D G D Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet D G D D G D Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan D G D Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen, D G A D Christus is geboren! [Verse 3] D D G A D Ondanks winter sneeuw en ijs bloeien de bomen, D D G A D want het aardse paradijs is vannacht gekomen. Dsus4 D G D Dsus4 D G D Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet D G D D G D Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan D G D Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen, D G A D Christus is geboren! [Verse 4] D D G A D Zie daar staat de morgenster, stralend in het duister D D G A D Want de dag is niet meer ver, bode van de luister Dsus4 D G D Dsus4 D G D Die ons weldra op zal gaan, herders blaast uw fluiten aan D G D D G D Laat de bel bim-bam, laat de trom rom-bom D G D Kere om, kere om, laat de bel-trom horen D G A D Christus is geboren!